Nantucket

1ste (hoofdstukken 1 t/m 16 ), ets

Eiland

Nantucket is het eiland vanwaar Ismael, de hoofdpersoon, op walvisvaart gaat. Een kaart van Nantucket met de verdeling van de er oorspronkelijk wonende Indiaanse stammen staat midden op de ets in het rood. Op de achtergrond van de kaart heeft Reuvers het titelblad van de eerste uitgave van Moby Dick afgebeeld.

Boek

“Call me Ismael” zijn de eerste woorden van het boek. Daaronder staat het portret van Melville en een oude prent van een walvis die een schip doet zinken.
Melville gebruikte een magisch vierkant om de sleutelhoofdstukken van het boek te bepalen.
Reuvers koos hiervoor het magisch vierkant van Jupiter, rechtsonder het portret van Melville.
De som van het vierkant is 136, het aantal hoofdstukken + de epiloog van Moby Dick.

Harpoen

Ismael ziet in de herberg De Walvis, in New Bedford, een verzameling verbogen en gebroken harpoenen, boven in de ets. De harpoenen werden gesmeed van zacht ijzer zodat een getroffen walvis zelf, in zijn strijd, het ijzer verwringt en de weerstand van het water toe neemt. Daarvoor werden er ook vaak plankjes aan de lijn gebonden.

Queequeg

Ismael hoort dat hij een bed moet delen met een kannibaal uit de Zuidzee. De kannibaal, Queequeg, loopt op dat moment de stad af om een opgezet hoofd te verkopen, rechtsonder in de ets. Het beeldje ernaast is een zogenaamde Tiki, een Tahitiaans afgodsbeeldje. Als Ismael midden in de nacht wakker wordt ziet hij door een spleet tussen de dekens hoe Queequeg het beeldje in de as van de gedoofde open haard plaatst en een ritueel uitvoert.

Historisch figuur

De volgende dag bezoeken Ismael en Queequeg een dienst in de walvaarderskapel. Melville baseert de figuur van de predikant, Kapelaan Maple, op een samenstelling van de historische predikanten Enoch Nudge en Edward Taylor. Taylor staat links van Melville.
De verbroedering van Ismael en Queequeg toont Reuvers met de twee Tahitiaans zeelui, linksboven, onder de verbogen harpoenen.