Koppen en Staarten

(hoofdstukken 69 t/m 86), ets

Tegenstellingen en overeenkomsten

Linksboven zien we de doorsnede van de kop van een baleinenwalvis, links in het midden op de achtergrond wijst een walvisvaarder naar de staart van een potvis. De kop en de staart zijn een metafoor voor het spirituele en het aardse, zoals verbeeld door de hemelgod Nuth en Osiris, midden boven. De ets toont meer dualiteiten, zoals de tegenstelling tussen Locke en Kant, (door Reuvers als een speelkaart weergegeven) beschreven als walviskoppen, die aan weerskanten aan het schip gehesen, het schip in een penibel evenwicht houden. Rechtsonder lacht een schedel een frenoloog uit, die niets snapt van de schedel van een potvis, linksonder de vleselijke verbintenis van twee schandknapen.

Het apetouw

Het apetouw verbindt Ismael op het dek met Queequeg die op de kop van het dobberende karkas van een potvis balanceert om de haak aan te brengen waarmee het spek van de walvis wordt gepeld als een sinaasappel. Queequeg glibbert af en toe van het hevig schommelende beest weg en wordt dan, bungelend tussen de walvis en het schip, door Ismael weer opgetrokken. Ismael glijdt op het spekgladde dek bijna zelf overboord. De lijn mag nooit worden doorgesneden. Als de een gaat, gaat de ander mee. Nooit eerder was zijn lot zo sterk met een ander verbonden. Als een Siamese tweeling, rechtsboven in de ets.

Maagd

Ooit de grootste walvisnatie van de wereld kom je nog maar zelden een schip tegen met de vlag van een Nederlandse of Duitse walvisrederij, mijmert Melville melancholiek als de Pequod het schip de Jungfrau (Maagd) uit Bremen ontmoet. Bovenin de ets vlaggen van walvisreders, in het midden een plaatje van een maagd met een eenhoorn, een middeleeuwse fantasie.
In een beschouwing over de subtiele bewegingen van de staart van de walvis refereert Melville aan
de geheime tekens en symbolen van Vrijmetselaars. Links van de Maagd, een maconieke afbeelding met de plattegrond van een ritueel. Onder in de prent Gabriel, met zijn hermetische naam.
Gabriel, een godsdienstwaanzinnig bemanningslid van het schip de Jeroboam, ziet zichzelf als de bevrijder van de eilanden der zee en als vicaris-generaal van heel Oceanië.

De stenen pijlpunt

In het spek van een walvis worden vaak pijlpunten en stukken van een harpoen gevonden, die er waarschijnlijk al heel lang hebben gezeten, omdat het weefsel eromheen zich al volledig heeft hersteld. Als Ismael een stenen pijlpunt vindt vraagt hij zich af hoe oud de vis wel moet zijn geweest.
Misschien afkomstig van een prehistorische indiaan, ver voor de ontdekking van Amerika.

Sfinx

De hooghartige, opgefokte Achab vergelijkt de losgesneden kop van een walvis in de takels met de Sfinx in de woestijn en maant de kop tot spreken: “Spreek, gij oneindig en eerbiedwaardig hoofd…gij hebt genoeg gezien om de planeten te splijten en Abraham van zijn geloof te laten vallen en er komt bij u nog geen syllabe uit!” Reuvers illustreert de scene met Oedipus en de Sfinx op een oud Grieks schaaltje.

Een ketting van verkleinde schedels

De hoofden rechtsonder verwijzen naar de opmerking van Melville dat de schedel van een potvis van een potvis vanachter bezien op een menselijke schedel lijkt.
“Het is een Duits waandenkbeeld dat de wervels van een ruggenmerg van een walvis in feite onvolgroeide schedels zijn” schrijft Melville in december 1851. Rechts in de prent het skelet van een potvis. Daarachter wordt een potvis aan dek gehesen.