Het rondvaren van de wereld

(hoofdstukken 103 t/m 119), ets

De walvis, de maat genomen

Het skelet aan de linkerkant verwijst naar De afmetingen van de walvis net als de foto daaronder van de potvisfeut met een handschoen voor de maat.

Ha Ha

Achab breekt zijn ivoren been en laat de timmerman een nieuw been maken van de onderkaak van een potvis, rechts in de ets. Als Achab met de timmerman praat over de fantoompijn in zijn verloren been daagt hij hem uit:” Hoe weet je dat er niet een compleet levend ding onzichtbaar op de plaats staat waar jij nu precies staat? Haha!” Reuvers zet deze uitroep in rode Hebreeuwse letters midden in de ets.
Melville heeft zoveel symboliek in het boek verborgen dat elk woord, elke punt en elke komma minutieus door exegeten is onderzocht naar mogelijk verborgen betekenissen. Dat kan lachwekkende proporties aannemen. Zo verbaast Viola Sachs zich, naar aanleiding van HaHa! over het patroon van H’s en A’s in het boek. Hah neemt, volgens Sachs, het verschil tussen Ha en Ah weg waarmee Melville wil zeggen dat er geen fundamenteel verschil is tussen geluk (Ha!) en verdriet (Ah!). Na eindeloos gegoochel met de numerieke waarde van de achtste letter komt ze via moeilijk te doorgronden kabbalistische optellingen op het getal 666, het getal van het beest. In de psychiatrie, doorgaans een gidsfossiel van godsdienstwaanzin. Stubbs roept niet voor niets: “Boek! Blijf liggen!; de kwestie is dat jullie boeken je plaats moet weten.” Reuvers liet me voorstudies voor de ets zien die waren overdekt met composities van tientallen kapitale Ha Ha’s, alsof hij de kijker luidkeels uitlacht. Veel ernstiger dan ik dacht, Reuvers kreeg het gevoel dat hij door zijn eigen werk werd uitgelachen.

Achab draait door

Cirkels, bollen, schijven, de wereld rondvaren : linksboven een barometer die naar de storm bij Japan verwijst met groter op de achtergrond: een chronometer, die op schepen werd gebruikt om je locatie in de wereld te berekenen door het verschil van de tijd in de thuishaven te vergelijken met de lokale tijd. Om dit laatste te bepalen richt Achab zijn kwadrant op de zon. Reuvers beeldt hiervoor een sextant af, een opvolger van het kwadrant. Daarachter een astrolabium.
Achab wil zijn koers niet langer laten bepalen door de zon. Als de natuur ons had voorbestemd om ons op de zon te oriënteren had hij de mens wel een oog in de kruin van zijn kop gegeven. Zo gemakkelijk, met voorzichtigheid en berekening, laat Moby Dick zich niet vangen. Hij vertrapt het kwadrant en besluit zich voortaan alleen nog door zijn wilskracht en zijn kompas te laten leiden, door de stip op de horizon…de spuit van Moby Dick!, en hij draait het schip.
Rechts de roos van een kompas uit Amsterdam, boven het etiket van een flesje spermaceti-olie. Op het bord, links in het midden, uit Samarkand, uit de 10de eeuw, staat in Farsi: Geduld. Eerst is zijn smaak bitter, maar uiteindelijk zoeter dan honing. Op uw gezondheid! Een verwijzing naar de Pers Fedallha, die Achabs roekeloze verwerping van de zon als loods voor de koers van een afstand heimelijk grijnzend heeft gadegeslagen.
Als Starbuck Achab vraagt om het ruim open te breken omdat er ergens een lek moet zijn in een van de traantonnen, raakt de ongeduldige Achab zo gefrustreerd door het oponthoud (uit een economische bijzaak), dat hij zijn geweer, boven in de ets, op Starbuck richt. In de elektrische storm die masttoppen in een blauwwit Sint Elmusvuur zet daagt Achab, hysterisch heroïsch, de bliksem uit door een van de kettingen vast te pakken die de bliksem als hij in de masten inslaat naar het water moet geleiden. Alsof hij door de bliksem te tarten, zijn bereidheid om risico’s te nemen, zijn wilskracht tot een nog harder staal probeert te smeden.
Op het hoogtepunt van de storm vlamt het Sint Elmusvuur op van de speciaal voor Moby Dick bestemde harpoen, verticaal in het midden. Een slecht voorteken. Niet in het minst hierdoor geïntimideerd blaast Achab het spooklicht uit.